Parijse bazaars verkopen werkelijk alles. Van shampoo waar je haar harder van gaat groeien tot wc-brillen, van waterkokers tot pikante lingerie. Sommige van die warenhuizen, meestal bestierd door Bengalen of Chinezen, zijn zo groot dat je er bijna in verdwaalt.

Onlangs kwam ik terecht in een Afrikaanse bazaar. Het warenhuisje was niet groot, maar wel overvol: het was tot aan het plafond volgestouwd met rommel. Het interieur was al fascinerend, maar het winkelen zelf bleek ook een belevenis.

“Haha, ik zoek een koffiezetapparaat”, zei ik tegen de Afrikaanse eigenaresse. “Dat verkoopt u natuurlijk helemaal niet!” Ze stapte achter een rek traditionele gewaden vandaan, zei ‘jawel hoor’ en schreeuwde keihard om haar man, die op een drafje aan kwam rennen.  Hij pakte een keukentrap en probeerde bij een volledig verstoft vooroorlogs model te komen, dat op drie meter hoogte achter een heleboel zwarte haarstukjes stond.

Mijn oog was intussen op iets veel interessanters gevallen: onderbroeken met voorgevormde billen erin. “Dat is voor mensen die geen kont hebben”, zei de Afrikaanse serieus. “We hebben ze ook met opgevulde heupen, maar die zijn allemaal al uitverkocht.” Ze bekeek me nog eens en voegde eraan toe: “we hebben ook voorgevormde bh’s hoor!” Sullig bekeek ik de twee kipfiletjes die ze me in handen stopte. Ik gaf ze snel door aan haar tweejarige dochtertje, die aan de verpakking begon te pulken.

Deze billenonderbroek is al razend populair, maar nog niets vergeleken bij het ondergoed met voorgevormde heupen…

Inmiddels had haar man het koffiezetapparaat naar beneden gehaald. “Hiernaast waren ze tien euro goedkoper”, zei ik. “Maak je geen zorgen, we halen wat van de prijs af”, antwoordde de eigenaresse. “De kan zit er alleen niet bij.” Verbaasd vroeg ik haar hoe ik dan koffie moest zetten. “Je hebt thuis toch nog wel iets staan?”

“Wacht even”, sommeerde  ze, en klapte een met tape aan elkaar geplakte mobiele telefoon open. “Ga die kan zoeken!” blafte ze tegen haar man, die blijkbaar ineens buiten schreeuwafstand was. Daarna wendde ze zich tot haar vijf vriendinnen die net de kleine ruimte binnen waren gekomen en vroegen hoe het ging, gilden dat haar kind er zo goed uitzag en dat ze vooral de groeten moest doen aan haar man. Die belde juist weer terug op het vijftig jaar oude telefoontje dat hij de koffiekan niet kon vinden.

“Ik zie er denk ik toch maar vanaf”, zei ik tegen de vrouw. “Even goede vrienden”, vond ze. Ze zwaaide me uit met het koffiekanloze apparaat in de hand. Daarna probeerde ze haar dochtertje in haar nekvel te grijpen, die de nepborsten op haar roze t-shirtje had geplakt en ermee door de winkel paradeerde.

Een gedachte over “Kipfiletjes

Plaats een reactie