Parisiennes zien er altijd onberispelijk uit. Ze hebben hun kleren netjes in de plooi, een chique, maar toch nonchalant kapsel en zitten altijd keurig in de make-up. Bovendien slagen ze erin dit de hele dag intact te houden, ook na een rit in de plakkerige metro of een flinke hoosbui.

Inmiddels kan ik concluderen dat deze ’style’ voor mij geen haalbare kaart is. Dat is geen kwestie van onwil, ik doe heus mijn best. Ik wijt het maar aan mijn praktische Nederlandse inborst.

Zo heb ik bijvoorbeeld een regenbroek meegenomen naar Frankrijk. Daarmee ben ik waarschijnlijk – op een paar verwilderde fietskoeriersters na – de enige vrouw in de lichtstad die zo’n lelijk maar buitengewoon handig kledingstuk bezit. Ook heb ik een verzameling afgetrapte sneakers, want dat loopt zo lekker. Françaises uit de hoofdstad beklimmen zonder pardon de heuvel van Montmartre op een paar naaldhakken.

Praktisch maar absoluut ‘not done’: even snel een broodje naar binnen werken in de metro. Een Parisienne eet nimmer in het openbaar. Wie een vrouw in Parijs hongerig een stuk van een net aangeschafte baguette ziet scheuren weet meteen: die komt van het platteland of is toerist.

Toch heb ik onlangs weer een poging gewaagd à la Parisienne op een afspraak te verschijnen. Ik had een interview in de Moulin Rouge en toog volledig opgetuigd naar Montmartre. Het ging al mis toen ik parmantig richting revue trippelend op een McDonald’s stuitte. Ik werd overvallen door enorme trek in een hamburger, dus bestelde snel een BigMac, die ik onderweg opat.

Eenmaal in het theater was de danseres die ik zou spreken nog even haar veren aan het strijken. Een medewerkster van het theater begeleidde me naar de bar, wilde ik alvast wat drinken? Een biertje alstublieft, antwoordde ik.

De Française zette grote ogenop, de barman liet bijna zijn zilveren dienblad uit zijn handen vallen. Nu pas zag ik dat alle andere dames in de bar bescheiden aan een glaasje champagne nipten. Vervolgens zag ik het tweetal naar mijn blouse staren, waar een klodder BigMacsaus op was gevallen.

Op dat moment heb ik mijn pogingen om als Parisienne door het leven te gaan definitief gestaakt. „Ja, een biertje ja. Weet u wat: doet u mij maar gelijk een halve liter.”

Parisienne? Laat maar zitten…

6 gedachten over “Parisienne

  1. nog praktisch ingestelde nederlandstalige (ik ben Vlaamse) vrouwen in de regio Parijs hoor! Ik heb ook een regenbroek, die kan je dit seizoen trouwens maar moeilijk missen hier!

  2. Heeeeeeeeel herkenbaar, superleuke blog, ben nu al fan! Ik verhuis maandag van de Gers (plattelandser kan het niet dus ik voel me erg aangesproken omdat ik elke dag etend en wel van de bakker naar huis loop hier in ’t durp) naar Sens voor een paar maanden, terug naar het stadsleven aarrrrhhh, maar neem ook lekker mijn regenbroek en kaplaarzen mee!;)

  3. Jan Brusse schreef het 35 jaar geleden al: Als Nederlandser kunt ge 50 jaar in Frankrijk wonen, een Fransman zult ge nimmer worden. Goed stuk, Eveline! Dit zoeken we dus
    (je weet wel wat ik bedoel ;-))

Plaats een reactie