Artikelen

Kusje?

Op een Nederlands feestje pakte ik onlangs enthousiast de schouders van één van de aanwezigen. We stonden op het punt om kennis te maken, en even vergeten dat ik niet in Parijs maar Amsterdam was, gaf ik het meisje naar goed Frans gebruik twee zoenen. Ze keek me verbaasd aan, onderging de kennismaking gelaten, en maakte zich vervolgens snel uit de voeten ‘om even haar vriend te zoeken’.

Wat Fransen precies onder ‘faire les bises’ verstaan, werd me duidelijk op mijn eerste Parijse feestje. Terwijl ik door de gang op weg was naar de woonkamer, werd ik door allerlei mensen gezoend die ik niet kende. Ze stelden zich voor en gaven me een kus op beide wangen. Ik vreesde dat dit nu ook van mij werd verwacht en keek enigszins wanhopig naar de overvolle salon. Moest ik al deze mensen nog afwerken? Waarom kon ik ze niet allemaal een fijne, afstandelijke hand geven?

‘Stel nu dat ik op een kantoor werkte’, zei ik tegen een vriendin. Zou ik dan ’s ochtends al mijn collega’s moeten zoenen?’ Élodie  stelde me gerust. ‘Je kust de mensen die je al kent als je met ze afspreekt, of als je ze ergens tegenkomt. Vrienden van vrienden die aan je worden voorgesteld geef je ook ‘les bises’. In een professionele context zoen je meestal niet.’

Toch blijkt die regel zo waterdicht nog niet. Mijn vriendin voegde er geïrriteerd aan toe dat haar vriendje ’s ochtends wél alle vrouwen op zijn afdeling langsgaat. “Dat is daar de gewoonte.”

Toen ik net in Parijs kwam, vond ik al dat gezoen maar onzin. Maar als ik er onderuit probeerde te komen, kreeg ik dat mooi te horen. ‘Eveline heeft me weer niet gekust vandaag’, klaagden de vrienden van mijn kortstondige Franse affaire als ik met een laf ‘hoi allemaal’ en een halfslachtige zwaaibeweging rechtstreeks doorliep naar de bar.

Onlangs merkte ik dat er ook Fransen zijn die misbruik maken van deze gewoonte. Ik kwam bij mijn kiosk op de hoek en begroette de eigenaar Jim met ‘les bises’. Toevallig kwam er net nog een buurman aanlopen die ik ook op beide wangen kuste. Ineens greep een vent van tachtig mijn arm en gaf me twee dikke klapzoenen. “Word ik als enige overgeslagen? Deze kans laat ik niet aan me voorbij gaan!”

Ik moest blij zijn dat ik door ‘le beau Dédé’ werd gekust, vond Jim. “André is immers een begrip in het veertiende arrondissement.”

Ik vergaf Dédé zijn vrijpostigheid direct, want voor de oudemannenkus kreeg ik een mooie ontboezeming terug. “Mijn kleindochter vroeg me laatst waarom ik eigenlijk de bijnaam ‘beau’ heb”, zei hij, terwijl hij mijn arm stevig vast bleef houden. “Want zo knap vond ze me nou ook weer niet.”

Ook Fransen raken wel eens de weg kwijt: hoeveel zoenen in welk departement?

Slavenarbeid

Cameramannen en fotografen duwen elkaar omver om vast te leggen hoe Marine le Pen van haar auto naar het Parijse congrescentrum loopt. De voorvrouw van het Front National mag in een speciaal voor haar gereserveerde lift naar boven, het leger journalisten bestormt de trappen.

“We hebben 500 handtekeningen van gekozenen nodig voordat we mee mogen doen aan de presidentsverkiezingen in april volgend jaar”, hijgt een medewerker van het Front National die niet meemocht in de lift. Hij kan nog net de poot van een camerastatief ontwijken. “Daarom zijn we vandaag op deze burgemeestersbeurs. We hebben ruim 35.000 burgervaders in Frankrijk, die lang niet allemaal aan een partij zijn verbonden. Daar valt dus nog wel wat te halen.“

Generaal De Gaulle bepaalde begin jaren zestig dat presidentskandidaten steunbetuigingen van volksvertegenwoordigers moeten verzamelen voor verkiezingsdeelname, om te voorkomen dat iedere halve zool zich in de strijd werpt. Gevestigde partijen hebben gekozenen genoeg en halen die 500 krabbels zo binnen, maar voor kleine en nieuwe partijen is dat moeilijker.

Marine le Pen organiseerde tijdens het burgervaderscongres deze week haar eigen persconferentie. Geduldig wachtte ze tot alle camera’s in stelling waren gebracht en journalisten klaar waren met schelden omdat ze door elkaars beeld heen liepen. “Ik heb wel wat beters te doen dan bedelen om handtekeningen”, foeterde ze. “Het kost me heel veel geld, tijd en energie. Ik heb bijna 20% van de Fransen achter me staan, kan dit niet anders?”

Le Pen kampt namelijk nog met een ander probleem. De burgemeesters die haar willen steunen, durven daar lang niet altijd voor uit te komen. Ze vrezen dat ze met de nek zullen worden aangekeken en dat het overkoepelende departement uit rancune de subsidie voor de wipkip op het dorpsplein stopzet.

Deze jaarlijkse beurs, waar duizenden burgemeesters in het wild rondlopen, is dus bij uitstek de gelegenheid voor het Front National om te ronselen. Maar op de vraag of ze die middag nog wat burgervaders aan hun jasje zou trekken, antwoordde Le Pen dat ‘dit daar niet de goede plaats voor is’.

De Front National-voorvrouw heeft zo haar eigen strategieën om haar agendapunten onder de aandacht te brengen. Ze deed op haar conferentie een oproep aan premier Fillon om steunbetuigers anoniem te laten tekenen. Vervolgens liet de politica zich uitgebreid interviewen en fotograferen en trakteerde ze de aanwezige journalisten op een glaasje wijn en een hapje.

De rechtse vedette wist het zelfs doen voorkomen alsof zij de media niet voor haar karretje spande, maar andersom. “Het lijkt wel slavenarbeid”, lachte ze charmant toen de fotografen vroegen of ze even op het balkon wilde gaan staan voor een plaatje.